28-05-2026 Nie - Organisator: DPV

 

Niedersachsen voorjaarsexcursie 28 mei - 1 juni 2026

De inschrijving voor de excursie naar Niedersachsen is geopend.
Klik hier voor de zakelijke informatie en het inschrijvingsformulier.

Vooruitblik DPV-buitenlandexcursie 2026 – Niedersachsen: veenwegen, megalieten en een kogge

Donderdag 28 mei tot en met maandag 1 juni

Ter inleiding

Deze reis sluit aan op de excursie naar de Halligen van april 2025. Een aantal interessante excursiepunten in de aangrenzende regio konden dit voorjaar niet worden aangedaan, omdat tijdens de verkenning duidelijk was geworden dat Hallig Hooge en Amrum niet goed op één dag pasten. Deze willen we in 2026 alsnog bezoeken. Ook sluit de reis aan bij de excursie naar het Emsland van september jongstleden. We maken als het ware dit gebied compleet!

We hebben ons best gedaan om een programma samen te stellen waarin verschillende perioden en allerlei soorten bezienswaardigheden de revue passeren. Van middeleeuwse dodendans tot hunebeddenlandschap en van een monument met Germaanse sentimenten tot een burcht in een paardenwei. Verblijf met twee overnachtingen in het centrum van Bremen en twee in Rulle, een plaatsje bij Osnabrück.


De reisdoelen van de excursie, in de beschrijving wordt verwezen naar dit kaartje

Donderdag 28 mei – Oostwaarts!

Na een rit van ruim twee uur vanaf Groningen is het Küstenmuseum in Wilhelmshaven [1a] onze eerste echte (inhoudelijke) stop. Het museum besteedt aandacht aan de kustgeschiedenis van de ijstijd tot nu. De opstelling ‘Vroege kustbewoners’ is voor ons met name interessant. Die handelt onder meer over de nagenoeg compleet opgegraven Feddersen Wierde van de Chauken in het kweldergebied, met bewoning van de 1e eeuw voor Christus tot in de eerste eeuwen van onze jaartelling. We lunchen bij het museum om de hoek.

Vervolgens zetten we koers naar Sehestedt [1b], waar we onszelf een beetje kustbewoner kunnen wanen met een korte wandeling door/over een uniek buitendijks drijvend hoogveengebied in de Jadeboezem. Noordwestelijk aan deze zeearm ligt Wilhelmshaven en inmiddels zijn we dan in het zuidoostelijk deel beland. Zwemkleding is niet nodig bij dit ‘Schwimmendes Moor’, maar stevig schoeisel kan wel handig zijn – sowieso op deze excursie. Liefhebbers van bijzondere flora en fauna kunnen hier waarschijnlijk hun eerste ‘vinkjes zetten’.


De veenweg die leidt naar het uitkijkpunt over de Jadeboezem, met vogelkijkhut

Alsof het dan al niet genoeg is maken we dag 1 compleet met een bezoek aan de opgegraven en geconsolideerde overblijfselen van de middeleeuwse burcht in Stotel [1c]. Opgraver Andreas Hüser (tevens directeur van Museum Burg Bederkesa, zie vrijdag) is zo vriendelijk ons daar te ontvangen en wat te vertellen op deze opmerkelijke locatie op het terrein van een manege. We eindigen waarschijnlijk moe, maar voldaan in het Ibis City Hotel in Bremen.


De geconsolideerde resten van de burcht
 

Vrijdag 29 mei – vanuit Bremen (terug) naar het noorden

We beginnen de dag gezegend: pastor Torsten Nolting-Bösemann opent hoogstpersoonlijk de Mariakerk van Loxstedt [2a] voor ons. Het is te hopen dat die zegen met ons blijft, want in de kerk aanschouwen we een zogenaamde Dodendans, een fresco dat in de eerste helft 15e eeuw op het plafond van deze 14e-eeuwse kerk is aangebracht.

In Bad Bederkesa bezoeken we Museum Burg Bederkesa [2b]. Op het voorplein zeggen we Ridder Roeland gedag en binnen vergapen we ons aan fantastische vondsten van onder meer Flögeln en Feddersen Wierde. Ook in de collectie de grafvondsten van Fallward, waaronder twee – letterlijke – bootgraven uit de 4e en 5e eeuw AD. We lunchen bij het pittoresk gesitueerde etablissement Dobbendeel, dat aan weerszijden aan het water ligt, zowel aan het Elbe-Weserkanaal als het Bederkesa-meer.


Museum Burg Bederkesa, met Ridder Roeland

De bus brengt ons daarna naar Sievern, waar een Vorgeschichtspfad [2c] op ons wacht. Een deel van het pad leidt naar de ringwalburcht Pipinsburg uit omstreeks het jaar 1000. De burcht ligt op de westkant van de rug Hohe Lieth, die zich als een soort Hondsrug langs de Weseroever uitstrekt. Eveneens aan het pad ligt het sfeervolle hunebed Bülzenbett, compleet met boorgaten in een deksteen.


Het Bülzenbett

We rijden in zuidelijke richting terug naar Bremerhaven aan de monding van de Weser. Daar bezoeken we het Deutsches Schifffahrtsmuseum [2d], alwaar we in twee groepen rondgeleid en onderhouden worden over de imposante Bremer kogge uit 1380. Aansluitend diner in het gezellige Schaufenster Fischereihafen – in Bremerhaven dus.


Bremer kogge

Zaterdag 30 mei – Bremen beleven en verder zuidwaarts

Deze ochtend is vrij te besteden in Bremen [3a]. Vindplaats van de kogge, maar de stad heeft veel meer te bieden. Ontdek het zelf, inclusief lunch op eigen gelegenheid. ’s Middags koerst de bus naar het Naturpark Wildeshausener Geest [3b]. Een geest is een zandig en onvruchtbaar, van oorsprong met heide begroeid gebied. Wij spreken ook wel van ga(a)st: Gaasterland, Grootegast.

In deze omvangrijke parkregio is het hunebedden galore! We rijden eerst naar Kleinenkneten voor de Kleinenknetener Steine (I en II) [3d]. Die zijn al niet klein. Dan door naar Visbek – ruim 10 km verderop en nog steeds in hetzelfde parkgebied – voor onder andere de Visbeker Braut en Bräutigam [3c]. En vergeet de Heidenopfertisch niet, alleen al voor die mystieke naam …


Het na opgraving gereconstrueerde hunebed Kleinenkneten


De Heidenopfertisch, inspiratiebron voor mythische verhalen

Als toegift wandelen we vandaag over een in kunststof uitgevoerde reconstructie van een veenweg (Duits: Bohlenweg) uit de Romeinse tijd in het Aschener/Heedener Moor [3e]. Onderweg komen we grappige, in cartoon-vorm gegoten verhaaltjes tegen over de geschiedenis van de veenweg.


De kunststof veenweg; tijdens de verkenning werd aan het ‘natuur’gebied nog volop gewerkt

Ons hotel voor de komende twee nachten ligt in Wallenhorst/Rulle, vlakbij Osnabrück. Het is een gemütliches familiehotel. En voor wie er echt geen genoeg van kan krijgen is er een charmant hunebed op loopafstand, de Helmichsteine

Zondag 31 mei – vanuit Osnabrück naar het zuidoosten

Na het ontbijt in Hotel Lingemann rijden we een flink stuk met als bestemming Oerlinghausen [4a], schuin onder Bielefeld. Tegen een berghelling ligt daar het archeologisch openluchtmuseum, met reconstructies van de rendierjagers tot de vroege middeleeuwen. Er zijn in totaal zes perioden verbeeld, waarvan drie uit de steentijd. We krijgen een rondleiding in het Engels, waarbij ongetwijfeld ook aandacht besteed wordt aan het Germaanse huis uit 1936, met bedenkelijke bijsmaak.


De rendierjagershut in Oerlinghausen

En over Germanen en bijsmaak gesproken … Daar in de buurt, buiten Detmold, bezoeken we vervolgens het Hermannsdenkmal [4b], met bezoekerscentrum Hermanneum. Het monument is een 19e-eeuwse uiting van vaderlandsliefde, in totaal ruim 53 meter hoog en gewijd aan Hermann der Cherusker oftewel Arminius. Opgericht ter herdenking aan de Varusslag in 9 n.Chr., toen deze Germaanse vorst de legioenen onder leiding van de Romeinse veldheer Varus versloeg. Dit excursiepunt heeft daarmee ook een link met de dag van morgen. We lunchen eerst bij de Gastronomie am Hermannsdenkmal en kunnen daarna ook genieten van het 360° uitzicht rondom over de Lippe-regio.

Via de markante menhir Süntelstein [4c] in Belm rijden we terug naar het hotel.


Een negentiende-eeuwse uitnodiging voor een bijeenkomst bij het Hermannsdenkmal, toen antisemitisme blijkbaar nog salonfähig was

Maandag 1 juni – via Kalkriese terug naar Noord-Nederland

… maar niet zonder eerst nog een blik te hebben geworpen op de opgegraven en gerestaureerde resten van de Wittekindsburg [5a] in het Nettetal, vlakbij Rulle. Onder begeleiding van gemeentelijk (Osnabrück) en regionaal archeoloog Axel Friederichs maken we een korte wandeling omhoog, waarbij hij vertelt over de bevindingen bij het onderzoek van deze 9e/10e-eeuwse burcht.


Een deel van de gerestaureerde resten van de Wittekindsburg

Dan keren we echt huiswaarts, via Kalkriese [5b] waar we – hoe kan het ook anders – halt houden bij het museum en park dat de Varusslag overtuigd in de naam draagt. Er zijn overduidelijke sporen van een veldslag gevonden maar of die samenhangen met die gedenkwaardige slag wordt door sommigen (onder wie Lanting en Van der Plicht) betwijfeld. Het museum is het bezoeken waard; men gaat de twijfel niet uit de weg, maar komt met tegenargumenten. Het is wat ons betreft aan uzelf om een oordeel te vellen. Dat kunt u doen tijdens de lunch in museumrestaurant Livia, of tijdens de busreis erna. We verwachten rond 16.00 uur weer de eerste stop op uitstapplaats Hoogeveen te hebben.


Kalkriese – museum en park

Verdere informatie:

De inschrijving voor de excursie naar Niedersachsen is geopend.
Klik hier voor de zakelijke informatie en het inschrijvingsformulier.